Warmte kan op verschillende manieren getransporteerd worden.
Deze manieren zijn:
-door Straling
-door Geleiding
-door Stroming.
Stroming is dat ‘warme’ moleculen met z’n allen naar een koudere plaats gaan en het daar warmer maken.
Geleiding is dat moleculen de trilling doorgeven en zo elkaar ophitten.
Straling is iets heel anders, ook een vorm van energie, en heeft geen deeltjes nodig om zich doorheen te bewegen omdat straling zélf (waarschijnlijk) uit deeltjes (fotonen) bestaat.
Geleiding gebeurt vooral in de vaste fase van materie en stroming in de gasfase en de vloeibare fase.
Voorbeeld:
Een cv-radiator werkt met geleiding en stroming.
Er stroomt heet water doorheen dat het metaal ophit, dat steeds heter wordt en steeds verder weg van het water heet wordt (geleiding). Het metaal hit te lucht op dat door de kamer gaat stromen door het temperatuurverschil.
Geleiding; als de warmte van de ene plaats wordt doorgegeven aan een andere plaats in een voorwerp.
Deze manieren zijn:
-door Straling
-door Geleiding
-door Stroming.
Stroming is dat ‘warme’ moleculen met z’n allen naar een koudere plaats gaan en het daar warmer maken.
Geleiding is dat moleculen de trilling doorgeven en zo elkaar ophitten.
Straling is iets heel anders, ook een vorm van energie, en heeft geen deeltjes nodig om zich doorheen te bewegen omdat straling zélf (waarschijnlijk) uit deeltjes (fotonen) bestaat.
Geleiding gebeurt vooral in de vaste fase van materie en stroming in de gasfase en de vloeibare fase.
Voorbeeld:
Een cv-radiator werkt met geleiding en stroming.
Er stroomt heet water doorheen dat het metaal ophit, dat steeds heter wordt en steeds verder weg van het water heet wordt (geleiding). Het metaal hit te lucht op dat door de kamer gaat stromen door het temperatuurverschil.
Geleiding; als de warmte van de ene plaats wordt doorgegeven aan een andere plaats in een voorwerp.